De afbraak gaat vooral in Riool Water Zuiverings Installaties vaak veel langzamer dan in het laboratorium (tot wel 1000 keer), omdat de micro-organismen daar in vlokken voorkomen, in plaats van vrij in suspensie. Daardoor kunnen ze veel moeilijker bij de af te breken stof komen. Doorgaans zijn slechts enkele soorten micro-organismen in staat een bepaalde stof af te breken, die slechts een zeer klein percentage van de aanwezige micro-organismen vertegenwoordigen. Bovendien moeten deze zich nog aanpassen aan het verwerken van de voor hen vreemde stof. Deze selectie en aanpassing zijn er de oorzaak van dat de afbraak vaak traag op gang komt. De laatste complicatie die binnen het project is bestudeerd is het verschijnsel dat micro-organismen sommige "vieze" stoffen alleen willen afbreken als er ook "lekkere" aanwezig zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt om "lekkere" stoffen toe te voegen op plaatsen aan bodem-verontreiniging is opgetreden, om zodoende de afbraak van de "vieze" stoffen te versnellen.
Van alle genoemde aspekten zijn wiskundige modellen gemaakt binnen het kader van de Dynamische Energie Budget theorie die de afdeling heeft ontwikkeld. De modellen zijn getoetst aan data uit de literatuur, en voorspellen deze data erg goed. Bovendien zijn de modellen eenvoudig genoeg om in de praktijk toegepast te kunnen worden voor het voorspellen van de tijd die nodig is voor de afbraak van een stof. Ze zouden ook gebruikt kunnen worden om te bepalen hoeveel "lekkere" stof moet worden toegevoegd om de "vieze" kwijt te raken.